Wat is een virus?

Een virus is een klein stukje genetisch materiaal bedekt met een dun laagje proteïnen. Bacteriën en virussen worden vaak verward met elkaar. Een belangrijk verschil is dat virussen niet leven, terwijl bacteriën dat wel zijn. Omdat virussen niet leven hebben ze gastcellen nodig om te overleven.

Viruscellen overleven door gezonde cellen te infiltreren en de functie over te nemen. Het menselijk lichaam gaat aan het werk zodra het immuunsysteem de cellen ontdekt die geïnfiltreerd zijn. Uw immuunsysteem gaat alles eraan doen om het lichaam te beschermen tegen het virus door antistoffen aan te maken. Deze antistoffen vallen vervolgens de viruscellen aan en doen alles om het virus uit het lichaam te krijgen.

Virus besmetting

Niet alleen bij griep en verkoudheid is er sprake van een virus. Virussen komen ook steeds vaker voor bij voedselinfecties omdat ze beter aangetoond kunnen worden. Het grootste gevaar bij virussen is dat ze erg besmettelijk zijn. U kan besmet raken met een virus via:

  • Hoesten, niezen, braaksel, ontlasting en direct contact met de handen
  • Plekken waar veel mensen bijeen zijn – Ziekenhuizen, scholen, hotels, winkelcentra

Is een virus gevaarlijk?

De meest bekende griep is de wintergriep die jaarlijks op komt zetten. Omdat virussen verplaatsen naar andere mensen en dieren kan het muteren en veranderen. Dit is precies waarom de ‘wintergriep’ terugkomt. De antistoffen die het lichaam heeft gemaakt zijn niet compleet opgewassen tegen de gemuteerde variant. Dit kan gevaarlijk zijn wanneer soorten virussen samen gaan muteren zoals is gebeurd bij Covid-19. In de meeste gevallen is de ‘wintergriep’ alleen gevaarlijk voor mensen met een slecht afweersysteem. Maar wanneer een virus gemuteerd is zoals bij Covid-19 kan het voor mensen met een goed afweersysteem ook gevaarlijk zijn.